Vanaf 1 januari 2025 wordt Tom Meijerink de nieuwe voorzitter van Branchevereniging Bodemenergie. In het dagelijks leven helpt Tom organisaties met het realiseren van uitdagende strategische doelen. Hij treedt in de voetsporen van Frank Agterberg, die er dan 10 jaar voorzitterschap op heeft zitten. Samen blikken zij terug en kijken zij vooruit naar kansen voor bodemenergie en de belangrijke rol die de branchevereniging heeft.
Tom Meijerink heeft ruime ervaring als strategisch adviseur, programmamanager en het organiseren van samenwerkingen tussen organisaties. Daarbij heeft hij veel inhoudelijke kennis over de energietransitie, watermanagement en ruimtelijke ontwikkeling en kent hij het maatschappelijke speelveld. Het liefst combineert hij zijn kennis over organisatiekunde, technische inhoud en besluitvormingsprocessen. “Ik heb enorm veel zin om deze ervaring in te zetten voor de branchevereniging om de enorme potentie van bodemenergie in Nederland te benutten.”
Bodemenergie wordt al meer dan 50 jaar toegepast voor duurzame verwarming en koeling van gebouwen in Nederland. Woningen, appartementen, bedrijfsterreinen, ziekenhuizen … “De techniek vond op eigen kracht de weg naar de markt, lang voordat er in het energieakkoord van 2013 beleidsaandacht voor kwam”, aldus Frank. Tom vult aan: “Ook veel bekende gebouwen die pas gerenoveerd zijn, zoals het Rijksmuseum en enorme bedrijven zoals Schiphol, én vele treinstations, zijn overgestapt op bodemenergie. Ik zie dat in de sector duizenden vakkundige mensen werkzaam zijn. Velen daarvan hebben bij ons hun opleiding gevolgd ten behoeve van de certificering en/of zijn met hun bedrijf lid geworden van de branchevereniging.”
Energieakkoord
Frank werd voorzitter in de periode dat het door hem geleide programma Duurzame Ontwikkeling Ondergrond van de SKB (Stichting Kennisontwikkeling en Kennisoverdracht Bodem) eindigde en de gedetailleerde doelen voor duurzame warmte in het Energieakkoord werden besloten. “Toen ik in 2014 startte was het Energieakkoord al doorvertaald naar concrete doelen voor duurzame elektriciteit. De verdeling van de zogenaamde ‘186 petajoule overige hernieuwbare energie’, waaronder bodemenergie, moest nog gebeuren. Aan bodemenergie werd 16 PJ aan duurzame warmte toebedeeld in 2020 en 21 PJ in 2023. Dat betekende voor bodemenergie een groei van 1.500 open bodemenergiesystemen in 2014 naar 20.000 in 2023, en van ongeveer 20.000 gesloten bodemenergiesystemen in 2014 naar honderdduizenden in 2023. De ambitie van de branche was en is groot”.
Toen en nu
Bodemenergie was 10 jaar geleden al een van de technieken voor het verminderen van het energieverbruik in de gebouwde omgeving, door efficiënter te verwarmen en koelen. De milieuregulering was al op orde: vanuit de vrijwillige NVOE-richtlijnen werden drie BRL-en geschreven die in de AMvB Bodemenergie wettelijk van kracht werden. De branchevereniging kreeg van de leden de opdracht te professionaliseren tot een serieus genomen belangenbehartiger om hen mee te nemen in de geambieerde groei. “We hebben de organisatiedoelen gehaald. De marktgroei was minder dan gedacht, onder andere doordat we niet de welverdiende erkenning voor de kwaliteitsborging kregen, dus hier is voor Tom nog werk aan de winkel”.
De bodemenergiebranche heeft alles in zich om haar sleutelrol in de energietransitie te pakken. De bedrijven in de sector werken dagelijks hard aan het realiseren van duurzame energiesystemen. Frank vertelt: “Begin 2024 waren er zo’n 3.500 open en bijna 100.000 gesloten bodemenergiesystemen operationeel. De uitrol van bodemenergie vond vooral in de nieuwbouw plaats, waar gesloten bodemenergiesystemen structureel 40% marktaandeel hebben in het woningsegment. In de utiliteitsbouw waar vooral ook koeling nodig is, is bodemenergie bij grote gebouwen met meer dan 20.000 m2 bruto vloeroppervlak eigenlijk allang de standaard. Dat is heel positief, maar we kunnen veel méér.”
Knelpunten? Doorpakken!
Net als elke branche die een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt, en nog steeds doormaakt, zijn er veel kansen maar ook knelpunten. Tom vindt: “Bij elke transitie zijn er knelpunten. Maar we moeten nu doorpakken vanuit het bredere plaatje. Want qua techniek, kennis, certificering en regulering heeft de branche alles allang op orde. Wat mij betreft kunnen we daar prima op voortbouwen met de sector.”
Veranderende omstandigheden bieden kansen
Tom wordt voorzitter in een periode dat er veel verandert qua wetgeving en omstandigheden. “Externe factoren die veranderen, moeten er ook voor zorgen dat je als sector strategisch meebeweegt. Dan doel ik niet direct op innovaties, want de huidige technieken zijn juist bewezen en klaar om verder uit te rollen. Maar het is wél belangrijk nieuwe kansen te benutten, zoals aansluiten op nieuwe ontwikkelingen als ‘netbewust bouwen’ van de netbeheerders. Het is namelijk niet meer vanzelfsprekend dat we onze toenemende energiebehoefte één-op-één blijven voeden vanuit een centraal elektriciteitsnet, of gasnet. De vraag naar slimme oplossingen om het elektriciteitsnet zo slim mogelijk te benutten neemt toe. Dat vraagt om het leggen van nieuwe verbindingen en samenwerkingsverbanden. “
Hier wordt Frank enthousiast van: “Precies! Daarin is bodemenergie uniek met een COP van de warmtepomp van minimaal 5 bij verwarmen en maar liefst 60 bij koelen. Warmte en koeling uit de bodem dempt de (piek)vraag naar elektriciteit enorm. En die boodschap is nu ook geland bij de netbeheerders. Per systeem kun je al dit al heel effectief inzetten, om piekbelasting van het net in zowel de dag- als de seizoencyclus te vermijden. Je kunt zelfs zorgen dat meerdere systemen met elkaar samenwerken, zodat het uiteindelijk past in de nu nog beperkte capaciteit achter een transformatorhuisje.”
Decentralisatie van energiesystemen
Er zijn steeds meer decentraal georganiseerde energiesystemen, met alle voordelen van dien. Tom: “Bij een decentraal energiesysteem ben je als afnemer niet volledig afhankelijk van één bedrijf, zoals je dat hebt bij een centraal systeem met centrale infrastructuur. De lokale weerbaarheid van energiesystemen wordt steeds belangrijker, zodat bij uitval van een netwerk niet alle kritische functies uitvallen. Ik vind het belangrijk dat bodemenergie ook in de maatschappelijke discussie over de kwetsbaarheid van onze energie-infrastructuur de nodige aandacht krijgt.”
Bodemenergie in beeld
De afgelopen jaren is er hard aan gewerkt om goed in beeld te komen bij de landelijke en lokale overheid, om bodemenergie daar als onmisbare sleutel in de energietransitie te positioneren. Er is een grote kans in het mobiliseren van (zeer) lage temperatuur warmtenetten met bodemenergie voor seizoensopslag. Frank: “We hebben werkrelaties met andere branches via onder andere Vereniging Warmtepompen, Energy Strorage NL en Stichting Warmtenetwerk en met publieke spelers die hieraan werken zoals TKI Urban Energy. We moeten de koppen bij elkaar steken! Verder zijn er uitstekende contacten met de ministeries van Klimaat en Groene Groei en die van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, die door branchevereniging goed geïnformeerd blijven. Daar zal ‘all-electric warmtepompen’ worden toegevoegd aan de scope van het actieplan (hybride) warmtepompen. Bodemenergie, dus! Ook het verder inrichten van het onafhankelijke Kenniscentrum Bodemenergie samen met het publieke Intermediair Kennisnetwerk Bodemenergie, dat vorig jaar november is gelanceerd, is aan Tom goed toevertrouwd.”
Tom en ik blijven uiteraard contact houden over de overlappende zaken. Vanuit Vereniging Warmtepompen neem ik bijvoorbeeld deel in de stuurgroep van het actieplan warmtepompen, dat ook voor bodemenergie belangrijk is. Ministeries praten over ‘warmtepompen of warmtenetten’. Wij zitten daar continu aan tafel en trekken samen op in het all-electric spoor, waarvoor bodemenergie energetisch gezien de beste bron is.”
Frisse blik
Tom loopt al een hele tijd mee in de bodem- en energiewereld. Dat neemt hij mee in zijn rol als inkomende voorzitter van de branchevereniging, met een frisse blik: ”We hebben een goede achterban met veel inhoudelijke kennis, een vereniging met werkgroepen én een eigen opleidingscentrum. Die kwaliteit is geborgd en vormt een hele goede basis om samen mooie dingen te bereiken, nieuwe kansen te benutten en daar de strategie op af te stemmen. Ik sta te popelen om daarmee aan de slag te gaan, samen met het managementteam. Daarbij wil ik in het bijzonder vermelden dat ik het minstens zo belangrijk vind om naast samenwerken aan externe ontwikkelingen vooral ook het ‘verenigingsgevoel’ te koesteren. Elkaar ontmoeten, kennis uitwisselen en het plezier delen van het werken in je vakgebied, dat is erg belangrijk en daarin heeft de Branchevereniging een belangrijke rol.”
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 28 november jl. richtte het bestuur een mooi dankwoord aan Frank Agterberg, waaruit grote waardering sprak voor zijn tomeloze inzet en de belangrijke mijlpalen die tijdens zijn voorzitterschap zijn bereikt. Daarnaast wenst zij Tom Meijerink veel succes in zijn nieuwe rol als voorzitter!